Oude gebouwen herstellen en restaureren is een echt ambacht. Tijdens een excellentieprogramma leren de vakmensen onder andere kleuronderzoek doen, een restauratieplan maken en nieuwe verftechnieken. Door vervolgens veel ‘vlieguren’ te maken in de praktijk, leren ze de echte kneepjes van dit vak.
Drie aanbieders bieden de reguliere dagopleiding Specialist Schilder aan: Nimeto Utrecht, Sint Lucas in Boxtel en Cibap te Zwolle. “Deze opleiding biedt veel theoretische achtergrond van het vak. Het Cibap koos voor een creatieve insteek van het lesprogramma, waardoor de nadruk ligt op het vak van de decoratieschilder”, vertelt Cibap-docente Eveline Bremmer. Een verdieping op die opleiding biedt het excellentieprogramma restauratieschilder met als doel leren restaureren op hoog niveau. “Dat programma volgen de studenten in hun eigen tijd, naast de gewone voltijdopleiding. Na twee jaar hebben ze het programma afgerond, maar dat maakt ze nog geen volleerd restauratieschilder. Het is een vak dat je in de praktijk steeds verder ontdekt.”
Restaureren is precies werken
Het excellentieprogramma is bedoeld voor studenten die meer willen en kunnen dan in het regulier onderwijs wordt aangeboden, vertelt de docente. Het Cibap-programma is opgebouwd uit losse modules en duurt twee jaar. Er worden drie modules per schooljaar behandeld. “Het is echt pittig, want de studenten volgen het programma naast hun voltijd mbo 4-opleiding. Dat kan en wil niet iedereen.” Welke kwaliteiten je nodig hebt om restauratieschilder te kunnen worden? Bremmer noemt een leergierige en open houding. “Je moet je willen verdiepen in de geschiedenis van een gebouw én heel precies kunnen werken.”
Restauratieplan maken
Het Cibap verzorgt het excellentieprogramma samen met het Nimeto. “De lessen zijn verdeeld over ons beider locaties in Zwolle en Utrecht. Aan bod komt onder andere kennismaken met het werkveld, kleuronderzoek, diverse verftechnieken, trompe-l’oeil en beeldenrestauratie.” Naast technieken als vergulden, verbronzen en het maken van hout- en marmerimitaties, leren de studenten ook beoordelen wat überhaupt nodig is bij de restauratie van een pand. “Wanneer ga je over tot herstellen en wanneer moet je juist helemaal niets doen? Restaureren is analyseren. Een restauratieschilder onderzoekt onder andere de bouwstijl en gebruikte materialen en houdt ook het beoogde budget in het oog, om vervolgens een restauratieplan te maken.”
De steiger op
Daarnaast gaan de studenten soms op excursie om meer te leren over het vak. Bijvoorbeeld door een kijkje in de keuken van een verfleverancier te nemen, of door een rondleiding te volgen bij een ervaren restauratieschilder. “Veel restauratieschilders zijn heel trots op hun vak en delen hun kennis graag met de studenten. Het is heel bijzonder om mee te kijken als ze aan het werk zijn, bijvoorbeeld in een kerk die wordt gerestaureerd. Dan staan de studenten op de steigers om over de schouder van de restauratieschilder te kijken.”
Topsport-klas
Momenteel volgen acht studenten het excellentieprogramma bij het Cibap; bij het Nimeto volgen nog eens acht studenten hetzelfde programma. “Dat is weinig, maar er is sowieso een tekort aan vaklieden. Dit excellentieprogramma kun je zien als een soort ‘topsport’-klas.”
Als docent heeft Bremmer een groot netwerk in de schildersbranche. “Sommige oud-studenten kiezen ervoor als zzp’er te gaan werken en worden ingehuurd als restauratieschilder. Anderen blijven bij het bedrijf waar ze stage hebben gelopen; dat zien we steeds meer gebeuren. Eén van onze oud-studenten beschildert nu Delfts Blauwe vazen. En een andere deelnemer gaat een vervolgopleiding in Florence volgen. Je merkt, het is heel divers. Wat voor iedereen geldt, is dat je in dit vak nooit bent uitgeleerd, want geen enkele klus is hetzelfde!”
Tekst: Daphne Doemges-Engelen
- Bekijk ook
- cibap.nl